Christ and Him Crucified/nl
From Gospel Translations
(New page: {{info|Christus met Hem Gekruisigd}} Het lijkt nogal dwaas om de leer van de apostel Paulus over redding in het tijdsbestek van dit korte artikel samen te vatten. Ik ga het toch proberen...) |
|||
Line 13: | Line 13: | ||
In de brieven van Paulus worden diverse bijbelse thema's gebruikt om bepaalde aspecten aan te wijzen van de redding die Christus aan gelovigen geschonken heeft. De belangrijkste thema's die Paulus gebruikt om het verzoenende werk van Christus te beschrijven zijn ten eerste: een "offer" voor of "zoenoffer" voor de schuld van menselijke zonden; ten tweede: "verzadiging" van Gods heilige toorn tegen zijn zondige schepping; ten derde: "verzoening" of vrede met God; ten vierde: "verlossing" van de vloek en veroordeling van de Wet; ten vijfde: "overwinning" over zonde, dood en alle machten die zich tegen Gods koninkrijk verzetten. | In de brieven van Paulus worden diverse bijbelse thema's gebruikt om bepaalde aspecten aan te wijzen van de redding die Christus aan gelovigen geschonken heeft. De belangrijkste thema's die Paulus gebruikt om het verzoenende werk van Christus te beschrijven zijn ten eerste: een "offer" voor of "zoenoffer" voor de schuld van menselijke zonden; ten tweede: "verzadiging" van Gods heilige toorn tegen zijn zondige schepping; ten derde: "verzoening" of vrede met God; ten vierde: "verlossing" van de vloek en veroordeling van de Wet; ten vijfde: "overwinning" over zonde, dood en alle machten die zich tegen Gods koninkrijk verzetten. | ||
- | Het is overduidelijk dat Paulus de dood van Christus als offer voor de zonde ziet. In 1 Korintiërs 15:3 beweert Paulus dat Christus stierf "voor onze zonden." In een ander tekstgedeelte zegt hij dat God Zijn eigen Zoon zond "als mens in dit zondige bestaan" (Rom. 8:3). Paulus leert ons ook dat Gods toorn door de dood van Christus verzadigd werd. In Zijn heiligheid kan God de zonde alleen maar verafschuwen. Maar het wonder van het Evangelie is dat God zijn toorn liefdevol van ons heeft afgewend door de dood van Zijn eigen Zoon (Rom. 3:25; 5:9-10; 2 Kor. 5:21). Christus' bevrijdende werk is ook een werk van verzoening. Door Zijn dood heeft Christus elke hindernis weggenomen die de vrede tussen de zondaar en God in de weg staat. | + | Het is overduidelijk dat Paulus de dood van Christus als ''offer'' voor de zonde ziet. In 1 Korintiërs 15:3 beweert Paulus dat Christus stierf "voor onze zonden." In een ander tekstgedeelte zegt hij dat God Zijn eigen Zoon zond "als mens in dit zondige bestaan" (Rom. 8:3). Paulus leert ons ook dat Gods toorn door de dood van Christus ''verzadigd'' werd. In Zijn heiligheid kan God de zonde alleen maar verafschuwen. Maar het wonder van het Evangelie is dat God zijn toorn liefdevol van ons heeft afgewend door de dood van Zijn eigen Zoon (Rom. 3:25; 5:9-10; 2 Kor. 5:21). Christus' bevrijdende werk is ook een werk van ''verzoening''. Door Zijn dood heeft Christus elke hindernis weggenomen die de vrede tussen de zondaar en God in de weg staat. |
- | Dit werk van verzoening heeft een God-gericht en een mens-gericht aspect. Het verwijdert niet alleen de hindernis van Gods toorn (Rom. 5:9-10), maar ook roept het de zondaar op zich met God "te verzoenen"(2 Kor. 5:20). Het thema van | + | Dit werk van verzoening heeft een God-gericht en een mens-gericht aspect. Het verwijdert niet alleen de hindernis van Gods toorn (Rom. 5:9-10), maar ook roept het de zondaar op zich met God "te verzoenen"(2 Kor. 5:20). Het thema van ''verlossing'' speelt een belangrijke rol in Paulus' zienswijze over de verzoening van Christus. Het bijbelse idee van verlossing gaat over het betalen van een prijs om er als zondaar zeker van te zijn dat je bevrijd bent van slavernij (Tim. 2:5-6). In één van de duidelijkste uiteenzettingen over Christus' verzoening als verzoenend werk verklaart de apostel Paulus: "Maar Christus Jezus heeft ons vrijgekocht van deze vloek door voor ons te worden vervloekt" (Gal. 3:13). Een ander kenmerk van Christus' verzoenende werk, dat vaak vergeten wordt, is de ''overwinning'' over de macht van zonde, dood en zelfs elke vorm van tegenwerking op Gods koninklijke regering (1 Kor. 15:54-57). Door zijn dood en opstanding heeft Christus de machten ontwapend die zich tegen Gods koninkrijk verzetten (Kol. 2:13-15). |
De kernboodschap van Paulus' prediking is ongetwijfeld dat God de geschiedenis is binnengegaan in de persoon van Zijn Zoon, Jezus Christus, die door Zijn verzoenende dood en opstanding verlossing heeft gebracht. Maar het Evangelie volgens de apostel Paulus vertelt ook over de toepassing van de verlossing in Christus op gelovigen die één zijn door de werken van Zijn Geest. Hoewel Paulus niet expliciet een "bevel tot verlossing" (ordo salutis) uitspreekt, blijken de eerste beginselen van een dergelijk bevel duidelijk uit zijn brieven (zie Rom. 8:3; 1 Kor. 1:30; 6:11). | De kernboodschap van Paulus' prediking is ongetwijfeld dat God de geschiedenis is binnengegaan in de persoon van Zijn Zoon, Jezus Christus, die door Zijn verzoenende dood en opstanding verlossing heeft gebracht. Maar het Evangelie volgens de apostel Paulus vertelt ook over de toepassing van de verlossing in Christus op gelovigen die één zijn door de werken van Zijn Geest. Hoewel Paulus niet expliciet een "bevel tot verlossing" (ordo salutis) uitspreekt, blijken de eerste beginselen van een dergelijk bevel duidelijk uit zijn brieven (zie Rom. 8:3; 1 Kor. 1:30; 6:11). | ||
- | De meest inclusieve manier waarop Paulus de toepassing van verlossing beschrijft is in termen van de eenheid van een gelovige met Christus. Wanneer gelovigen met Christus verenigd worden door de werken van Zijn Geest, delen zij volledig mee in de voordelen van Zijn verzoenende werk dat voor hen bedoeld is (Rom. 8:2,11; 1 Kor. 6:11; Ef. 4:30). | + | De meest inclusieve manier waarop Paulus de toepassing van verlossing beschrijft is in termen van de ''eenheid'' van een gelovige ''met Christus''. Wanneer gelovigen met Christus verenigd worden door de werken van Zijn Geest, delen zij volledig mee in de voordelen van Zijn verzoenende werk dat voor hen bedoeld is (Rom. 8:2,11; 1 Kor. 6:11; Ef. 4:30). |
Met het oog op onze korte samenvatting noem ik drie voordelen van eenheid in Christus die van bijzonder belang zijn in Paulus' zienswijze van de toepassing van verlossing: vrije rechtvaardiging, door de Geest geautoriseerde heiliging en verheerlijking. | Met het oog op onze korte samenvatting noem ik drie voordelen van eenheid in Christus die van bijzonder belang zijn in Paulus' zienswijze van de toepassing van verlossing: vrije rechtvaardiging, door de Geest geautoriseerde heiliging en verheerlijking. |
Current revision as of 13:26, 10 February 2009
Het lijkt nogal dwaas om de leer van de apostel Paulus over redding in het tijdsbestek van dit korte artikel samen te vatten. Ik ga het toch proberen.
Paulus' prediking over het evangelie komt voort uit de overtuiging dat Jezus van Nazareth de beloofde "Messias" en Zoon van God is, die door God in "de volheid der tijden" naar de wereld is gestuurd om Zijn beloften aan Zijn volk Israël te vervullen (2 Kor. 1:18-22; 6:2; Gal. 4:4). De geweldige boodschap van Paulus' prediking is het "mysterie" van het evangelie van Jezus Christus (Kol. 1:26; Rom. 16:26; 2 Tim. 1:10). Hoewel het eerst verborgen was, werd het mysterie nu bekend gemaakt aan hem en de andere apostelen als "dienaren van Christus, aan wie het beheer over de geheimen van God is toevertrouwd" (1 Kor. 4:1; Ef. 3:2e.v.).
De verklaring die Paulus geeft maakt het verband duidelijk tussen zijn leer, dat over redding gaat, en de leer van Jezus Christus in de Evangeliën. Net als Christus de komst van Gods koninkrijk benadrukt, waarmee de zegeningen van het "komende tijdperk" in "dit tijdperk" worden geïntroduceerd, benadrukt Paulus de komst van Jezus Christus als Degene door wie Gods reddende zegeningen nu ook aan Zijn volk worden verleend. De leer van Jezus in de Evangeliën lijkt op een muzikale ouverture dat het thema van het hele Nieuwe Testament aankondigt: Gods koninkrijk is "komende". Paulus diept dit thema in zijn predikingen verder uit door een duidelijke uitleg te geven over de reddende zegeningen van het koninkrijk.
Maar hoe legt de apostel de redding die Christus brengt uit? Wat heeft Christus bereikt met Zijn dood en opstanding, waardoor degenen die bij Hem horen verlossing ontvangen?
Paulus vat zijn antwoord op deze vraag samen in 1 Korintiërs 15:3-4: "Het belangrijkste dat ik u heb doorgegeven, heb ik op mijn beurt ook weer ontvangen: dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de Schriften staat." Deze samenvatting lijkt op wat Paulus in andere brieven schrijft (zie 1 Kor. 2:2; Gal. 6:14). In deze tekstgedeelten beweert Paulus dat de kern van het Evangelie waar hij over predikt de verzoenende dood en opstanding van Jezus Christus is.
In de brieven van Paulus worden diverse bijbelse thema's gebruikt om bepaalde aspecten aan te wijzen van de redding die Christus aan gelovigen geschonken heeft. De belangrijkste thema's die Paulus gebruikt om het verzoenende werk van Christus te beschrijven zijn ten eerste: een "offer" voor of "zoenoffer" voor de schuld van menselijke zonden; ten tweede: "verzadiging" van Gods heilige toorn tegen zijn zondige schepping; ten derde: "verzoening" of vrede met God; ten vierde: "verlossing" van de vloek en veroordeling van de Wet; ten vijfde: "overwinning" over zonde, dood en alle machten die zich tegen Gods koninkrijk verzetten.
Het is overduidelijk dat Paulus de dood van Christus als offer voor de zonde ziet. In 1 Korintiërs 15:3 beweert Paulus dat Christus stierf "voor onze zonden." In een ander tekstgedeelte zegt hij dat God Zijn eigen Zoon zond "als mens in dit zondige bestaan" (Rom. 8:3). Paulus leert ons ook dat Gods toorn door de dood van Christus verzadigd werd. In Zijn heiligheid kan God de zonde alleen maar verafschuwen. Maar het wonder van het Evangelie is dat God zijn toorn liefdevol van ons heeft afgewend door de dood van Zijn eigen Zoon (Rom. 3:25; 5:9-10; 2 Kor. 5:21). Christus' bevrijdende werk is ook een werk van verzoening. Door Zijn dood heeft Christus elke hindernis weggenomen die de vrede tussen de zondaar en God in de weg staat.
Dit werk van verzoening heeft een God-gericht en een mens-gericht aspect. Het verwijdert niet alleen de hindernis van Gods toorn (Rom. 5:9-10), maar ook roept het de zondaar op zich met God "te verzoenen"(2 Kor. 5:20). Het thema van verlossing speelt een belangrijke rol in Paulus' zienswijze over de verzoening van Christus. Het bijbelse idee van verlossing gaat over het betalen van een prijs om er als zondaar zeker van te zijn dat je bevrijd bent van slavernij (Tim. 2:5-6). In één van de duidelijkste uiteenzettingen over Christus' verzoening als verzoenend werk verklaart de apostel Paulus: "Maar Christus Jezus heeft ons vrijgekocht van deze vloek door voor ons te worden vervloekt" (Gal. 3:13). Een ander kenmerk van Christus' verzoenende werk, dat vaak vergeten wordt, is de overwinning over de macht van zonde, dood en zelfs elke vorm van tegenwerking op Gods koninklijke regering (1 Kor. 15:54-57). Door zijn dood en opstanding heeft Christus de machten ontwapend die zich tegen Gods koninkrijk verzetten (Kol. 2:13-15).
De kernboodschap van Paulus' prediking is ongetwijfeld dat God de geschiedenis is binnengegaan in de persoon van Zijn Zoon, Jezus Christus, die door Zijn verzoenende dood en opstanding verlossing heeft gebracht. Maar het Evangelie volgens de apostel Paulus vertelt ook over de toepassing van de verlossing in Christus op gelovigen die één zijn door de werken van Zijn Geest. Hoewel Paulus niet expliciet een "bevel tot verlossing" (ordo salutis) uitspreekt, blijken de eerste beginselen van een dergelijk bevel duidelijk uit zijn brieven (zie Rom. 8:3; 1 Kor. 1:30; 6:11).
De meest inclusieve manier waarop Paulus de toepassing van verlossing beschrijft is in termen van de eenheid van een gelovige met Christus. Wanneer gelovigen met Christus verenigd worden door de werken van Zijn Geest, delen zij volledig mee in de voordelen van Zijn verzoenende werk dat voor hen bedoeld is (Rom. 8:2,11; 1 Kor. 6:11; Ef. 4:30).
Met het oog op onze korte samenvatting noem ik drie voordelen van eenheid in Christus die van bijzonder belang zijn in Paulus' zienswijze van de toepassing van verlossing: vrije rechtvaardiging, door de Geest geautoriseerde heiliging en verheerlijking.
Vrije rechtvaardiging. In onze inleiding noemden we al dat het in sommige kringen gemeengoed is om Paulus' benadrukking van eenheid in Christus tegenover zijn leer over forensische rechtvaardiging te plaatsen. Dat is echter een grote denkfout. In de Reformatie werd correct beweerd dat een belangrijk kenmerk van Paulus' lering de leer van rechtvaardiging door genade alleen en door geloof alleen was. In tegenstelling tot wat veel recente auteurs van het "nieuwe perspectief" op Paulus beweren, is het bovendien duidelijk dat Paulus rechtvaardiging als een "soteriologisch" thema benadert. Rechtvaardiging gaat niet alleen over de vraag of Heidenen en Joden bij Gods volk van het verbond horen, zoals veel auteurs van het nieuwe perspectief volhouden. De belangrijkste vraag is hoe elke zondaar, Jood of Heiden, door God geaccepteerd kan worden ondanks zijn zonden en schuld.
Volgens Paulus is rechtvaardiging een handeling van God uit genade, waarbij Hij de zonden van gelovigen vergeeft en hen rechtvaardig verklaart op basis van de beschuldiging van Christus' rechtvaardigheid (Rom. 4:1-5; 5:15-17; 10:3; 2 Kor. 5:21; Fil. 3:9). Hoewel allen hebben gezondigd is Christus ter dood veroordeeld voor de zonden van Zijn volk en is Hij opgestaan voor hun rechtvaardiging (Rom. 4:25). God rechtvaardigt mensen niet op basis van hun "werken" in gehoorzaamheid aan de wet, maar Hij rechtvaardigt mensen die Christus in geloof aannemen (Rom. 3:28; Gal. 2:16). Deze gunstige rechtvaardiging is een volkomen eschatologische zegen van verlossing, dat beweert: "Dus wie in Christus Jezus zijn, worden niet meer veroordeeld" (Rom 8:1).
Door de Geest geautoriseerde heiliging. De levensbrengende Geest komt in alle mensen wonen die met Christus verbonden zijn (Rom. 8:4-11). Gelovigen worden niet alleen rechtvaardig verklaard op basis van vrije rechtvaardiging, maar zij worden ook vernieuwd naar het beeld van Christus (2 Kor. 3:17-18). De macht en de heerschappij van de zonde zijn verbroken. Omdat zij één zijn in Christus door Zijn dood en opstanding, moeten gelovigen zich voor de zonde dood beschouwen en levend voor gerechtigheid (Rom. 6:12-14). De nieuwe status waarin gelovigen zich verkeren (rechtvaardiging) gaat altijd samen met een vernieuwd leven in gehoorzaamheid, dat door de Geest van Christus in gelovigen bewerkt wordt (heiliging).
Verheerlijking. Hoewel de meeste mensen denken dat verheerlijking een toekomstige vervulling van de verlossing van de gelovige is, zegt Paulus dat verheerlijking een realiteit van nu en later is (Rom. 8:18e.v., 30). Door de intieme eenheid tussen gelovigen en Christus is de verheerlijking van Christus door Zijn opstanding en hemelvaart ook de verheerlijking van de gelovigen. Gelovigen zitten nu al samen met Christus in de hemelsferen (Ef. 2:6). Maar gelovigen verwachten een nog toekomstige verheerlijking (2 Tess. 1:10). Zolang zij in deze wereld leven, wachten gelovigen vol spanning op de dag waarop hun "armzalig lichaam" zal veranderen in een lichaam dat hetzelfde zal zijn als Christus' verheerlijkte lichaam (Fil. 3:21).
Het Evangelie volgens de apostel Paulus kan samengevat worden als de heerlijke boodschap van de vervulling van al Gods beloften van verlossing voor Zijn volk in Christus. De kernboodschap van Paulus' predikingen is verlossing door de gekruisigde en opgestane Christus. Christus heeft verzoening geschonken voor de zonden van Zijn volk, zodat Hij met alle aspecten van hun zondige natuur af kan rekenen. Door de eenheid in geloof met Christus kunnen gelovigen meegenieten van alle voordelen van zijn verzoenende werk. In de opmerkelijke woorden van 2 Korintiërs 5:17: "Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen." Die in Christus zijn worden in hun nieuwe status door God om niet geaccepteerd, ondanks hun onwaardigheid als zondaars. Zij ervaren ook de genade van een nieuw leven van gehoorzaamheid aan de "wet van Christus" door de werking van de Heilige Geest. Zij kennen de genade van de tegenwoordige én de toekomstige verheerlijking, wanneer de "eerste vruchten" van de verlossing in Christus het begin aankondigen van de eschatologische oogst, waarbij zij volledig mogen meedelen in Christus' opstandingsoverwinning.